Sint Jansbeek Arnhem

Sint Jansbeek Arnhem

Na 156 jaar verdwenen te zijn geweest, stroomt de Sint Jansbeek weer door het centrum van Arnhem. De waterloop smeedt de binnenstad tot een samenhangend geheel. Het versterkt de historische identiteit van de stad en vergroot de verblijfskwaliteit. Daarnaast verbetert de beek de waterhuishouding, het stadsklimaat en de biodiversiteit.

Zuidelijke binnenstad

De Sint Jansbeek vervult in de Arnhemse binnenstad twee ruimtelijke functies. Het verbindt het noordelijke deel van de binnenstad met het zuidelijke deel en versterkt tegelijkertijd de relatie tussen de stad en de Rijn. Omdat de zuidelijke binnenstad tijdens de tweede wereldoorlog zwaar is beschadigd, bestaat het voor een groot deel uit wederopbouwarchitectuur. Het contrast met het historische, noordelijke deel van het centrum is groot; de maat van de gebouwen, de schaal van de openbare ruimte en de uitstraling van de architectuur sluiten niet op elkaar aan. Deze abrupte overgang geeft bezoekers het gevoel dat het centrum hier ophoudt. Ze vragen zich daarom dikwijls af waar die Rijnkade nou eigenlijk ligt. De naoorlogse stedenbouw werkt hierdoor als een barrière tussen het historische centrum en de Rijn. Om de binnenstad weer tot een samenhangend geheel te smeden maakte Buro Poelmans Reesink het ‘Ontwerp Openbare Ruimte Zuidelijke Binnenstad’. Hiermee wordt de relatie tussen noord en zuid, tussen de stad en de rivier, op verschillende punten hersteld. Het bovengronds halen van de Sint Jansbeek is misschien wel het meest in het oog springende deelproject binnen dit plan.

Historie

Arnhem dankt haar ontstaan aan de Sint Jansbeek. Al sinds de 13e eeuw staan er watermolens langs, die graan malen, papier maken en kleding wassen. Dit industrieterrein avant la lettre lag op de plek waar nu Park Sonsbeek ligt. Arnhem zelf is verder stroomafwaarts ontstaan. De beek stroomde bij de Bovenbeekstraat de stad in. Hier stonden verschillende bierbrouwerijen die het water als grondstof gebruikten. Via gemetselde lopen stroomde het water vlak langs de huizen door de stad. De beek nam een ruime bocht om de Eusebiuskerk heen, die op een natuurlijke verhoging staat. Omdat de mensen de beek ook als riool gebruikten, werd het water verder stroomafwaarts hoe langer hoe viezer. Daarom werd de beek naar het zuiden toe steeds vaker overkluisd. De beek stroomde ten slotte via de sloppenwijk De Weerdjes naar de haven aan de westkant van de binnenstad, waar hij uitmondde in de Rijn. In 1861 is de Sint Jansbeek in de binnenstad helemaal onder de grond verdwenen. De stadsmuren werden geslecht en het water stroomde voortaan buiten de binnenstad om, via de Lauwersgracht, naar de Rijn. Enige tijd geleden ontstond er vanuit de bevolking de wens om de beek weer bovengronds te halen, om zo de historische identiteit en de ruimtelijke kwaliteit van het centrum te versterken. Stichting Jansbeek Boven Water zette zich in om deze wens werkelijkheid te laten worden. In 2017 is dat gelukt.

Ruimtelijke inpassing

De Sint Jansbeek is een sprengenbeek, die vanaf de rand van de Veluwe naar de Rijn stroomt. De bron ligt in Park Zijpendaal. Van daar loopt het water via barokke en landschappelijke vijvers, romantische waterpartijen en watervallen door Park Sonsbeek naar de stad. Bij het spoor verdwijnt hij onder de grond. Tegenwoordig komt hij in de Beekstraat weer tevoorschijn. De huidige loop wijkt iets af van de historische loop. De beek stroomt nu niet ten zuiden, maar ten noorden van de Eusebiuskerk en hij buigt eerder af om via de Nieuwstraat naar de Rijn te stromen. Op deze manier is de beek onderdeel van het winkelgebied, ten noorden van de kerk. 

Er is bewust voor gekozen om de beek niet als continue lijn boven water te halen, maar in fragmenten. Dat heeft twee redenen. Ten eerste refereert het aan de romantische Engelse landschapsstijl van Park Sonsbeek, waar de beek op verschillende plekken als een verrassing verschijnt. In de binnenstad zijn daarom ook verschillende waterplekken ontworpen met elk een bijzondere sfeer. Ten tweede is de beek bedoeld als verbindend element tussen de Noordelijke en Zuidelijke binnenstad. Het is daarom niet de bedoeling dat het een barrière opwerpt. De beekfragmenten zijn zo ingepast dat voetgangers en fietsers zich er losjes tussendoor kunnen bewegen.

Detaillering

De vormgeving en detaillering van de Sint Jansbeek verwijst naar de oude situatie, toen het water via een gemetselde loop door de stad heen stroomde. Er is gekozen voor gebakken stenen, zodat het materiaal van de straat doorloopt in het beekprofiel. Bovendien veroudert dit materiaal op een mooie manier en kunnen er varens en mossen op groeien. Om de beleving van de verschillende waterplekken te versterken zijn per deelgebied de oevers anders afgewerkt. Er is veel aandacht besteed aan de detaillering van het metselwerk: De verschillende verbanden vroegen om het nodige vakmanschap van de metselaars. De balustrades langs de beekloop zijn zo ontworpen dat je er lekker overheen kunt hangen. De brugleuningen wijken juist naar buiten, om beter zicht op de beek te hebben. Ter ere van het 125 jarige bestaan van Vitesse schonk de voetbalclub de stad een brug over de Sint Jansbeek. Buro Poelmans Reesink ontwierp voor deze gelegenheid de Adelaarsbrug. Deze vogel siert het logo van de club, tegelijkertijd verwijst het ontwerp naar de Zwanenbrug, die verder stroomopwaarts in Park Sonsbeek staat.

Duurzaamheid

De Sint Jansbeek is niet alleen om esthetische redenen weer bovengronds gebracht. De ingreep betekent ook een verbetering in de waterhuishouding, het stadsklimaat en de biodiversiteit. Door Arnhem lopen verschillende beekdalen die tijdens hevige regenbuien blank komen te staan. Vooral het laaggelegen Spijkerkwartier, ten oosten van de binnenstad, heeft hier last van. De herstelde beek ontlast nu de Lauwersgracht, zodat deze het overtollige water uit het Spijkerkwartier kan opvangen.

Hoewel de Sint Jansbeek in de binnenstad geen natuurlijke oevers heeft, is er toch volop ruimte voor flora en fauna. Langs een deel van de beek ligt een beplantingsstrook met waterplanten, zoals zegge, gele lis en lisdodde. Ter hoogte van de Eusebiuskerk is de noordelijke kademuur beplant met varens. Er zijn opgegraven stenen in de varenmuur verwerkt die vroeger onderdeel waren van beekoverkluizingen en de stadsmuur. Onder de bruggen zitten nestkastjes voor de grote gele kwikstaart en speciaal voor de eenden zijn er trappetjes in de kademuren gemetseld. Tijdens warme zomerdagen zorgt stromend water voor verkoeling van 1 tot 3 graden. Zo creëert de Sint Jansbeek ook voor de mensen een prettige habitat.

Levendigheid

De Sint Jansbeek is opgeleverd, maar in de directe omgeving wordt de komende jaren nog flink gebouwd en gerenoveerd. De beek is een aanjager voor de herontwikkeling van het wederopbouwgebied in de binnenstad, de kwaliteit van de openbare ruimte zet de toon. Het is mooi om te zien hoe bewoners en ondernemers zich de beek toe-eigenen. Binnen de kortste keren verschenen er op de sociale media foto’s van de lokale visboer en hengelsportwinkelier, die samen poseren bij de beek. Er is een hardloopwedstrijd georganiseerd en een nieuwjaarsduik, goudvissen zijn er losgelaten. Onder grote hilariteit reden er enkele onoplettende automobilisten de nieuwe beek in. Het is duidelijk dat Arnhem de Sint Jansbeek omarmt. Eigenlijk lijkt het alsof hij nooit weg is geweest.

 

 

opdrachtgever:
gemeente Arnhem
ontwerp:
2015
realisatie:
2016
engineering:
Kragten
uitvoering:
Hoornstra Infrabouw en GMB
grootte:
2,3 ha
fotografie:
© Thea van den Heuvel/DPhA, Ben ter Mull en Kees van der Graaf
plaats:
Arnhem